vrijdag 28 mei 2010

Kermesse (2)

De spelletjes tijdens la kermesse zijn al sinds jaar en dag hetzelfde. Wie kan het snelst een fles vullen met water, kegels omgooien enzovoort. De houten puzzel van Frankrijk, waarbij de departementen op de goede plaats gelegd moeten worden, zo'n twintig jaar geleden door de hoofdmeester zelf gefiguurzaagd, is nog zo'n een voorbeeld van een spel dat hoognodig aan vervanging toe is. Vorig jaar hebben we les garçons de café toegevoegd, dat was leuk. Twee kinderen doen een wedstrijd wie met een dienblad vol bekers water zo snel mogelijk aan de overkant is.
Nou was mijn idee om ons eigen Oudhollandse spel 'spijkers poepen' voor te stellen. Voor wie niet weet hoe dat gaat: je krijgt een spijker aan een touwtje om je middel gebonden, waarbij de spijker achter je rug ergens tussen je billen en je knieën bungelt. Op de grond staat een fles. Door handig en vooral beheerst te manoeuvreren, waarbij je flink door je knieën moet, moet je de spijker in de fles zien te krijgen. Het is een weinig elegante aanblik en daarom erg grappig om naar te kijken. Spijkers poepen vraagt nogal wat van la motricité fine (de fijne motoriek) en is daarom ook pedagogisch gezien zeer waardevol ... had ik bedacht.

Nu alleen nog een Franse naam verzinnen voor 'spijkers poepen'. 'Poepen' is geen netjes woord. Wij, losbandige Bataven, zitten daar niet mee: 'ik ben het poepzat', 'wat ben jij poepiebruin, zeg!', 'hoeperdepoep zat op de stoep' ... heel gewoon toch? We hebben aan de keukentafel alle alternatieven uitgebreid doorgesproken en het is me nu helemaal duidelijk geworden, niet alleen mijn eigen reputatie, maar die van mijn hele gezin staat op het spel! 'Poepen in spelvorm heeft in Frankrijk een heel andere gevoelswaarde' (mijn man) en 'non maman, s'il te plaît, on a honte!' (mijn kinderen). Tot nu toe sta ik hier bekend als een wat vreemde, want buitenlandse, vrouw, maar toch altijd netjes. Dat is mijn eigen inschatting, maar misschien zit ik er hier al wel helemaal naast. Dat maakt het dan alleen nog maar erger.

(wordt hoe dan ook vervolgd)

donderdag 27 mei 2010

Kermesse (1)

Het is bijna het einde van het schooljaar. Hoog tijd om op de école élémentaire van onze jongsten de jaarlijkse kermesse voor te bereiden. Je vraagt je misschien af wat dat is. In ieder geval geen kermis zoals wij die kennen. Die heet in het overgrote deel van Frankrijk la fête foraine. Foraine komt uit het Latijn en betekent vreemdeling. Zoals in het Engelse foreign. Une fête foraine is dus geen expat-feest, speciaal georganiseerd om alle vreemdelingen in het dorp welkom te heten ... De naam is ontstaan omdat vroeger, in de Middeleeuwen, op een jaarmarkt van heinde en ver vreemdelingen kwamen die van alles te bieden hadden, getemde beren, goocheltrucs of vrouwen met twee hoofden. Vandaag de dag zijn les forains de eigenaren van autos tamponneuses (botsauto's), de No Limit of de Salto Mortale.

In de Middeleeuwen was la kermesse wel een jaarlijks feest in dorp of stad. Meestal komen Nederlandse woorden uit het Frans, maar dit keer is het andersom, want kermesse komt van het Nederlandse 'kerk-mis'. Omdat in die tijd feest vrijwel altijd verbonden was aan religie. Tegenwoordig is une kermesse een 'fundraising' om de kas van school of vereniging wat extra te spekken. Door ouders en kinderen tegen betaling spelletjes op het schoolplein te laten spelen bijvoorbeeld. Op onze school loopt het feest tot laat in de avond door met een uitgebreide grillade (barbecue), een tombola en allerlei optredens. Roemrucht is inmiddels de voorstelling van de plaatselijke buikdansclub (buikdansen heet in het Frans la danse orientale), waar ook sommige moeders, oma's en kantinejuffrouwen lid van zijn. Die leer je zo eens van een heel andere kant kennen ...

(wordt vervolgd)

zondag 23 mei 2010

Bronzer idiot

Je zult het misschien niet geloven, maar hier in Zuid-Frankrijk was het dit weekend pas voor het eerst echt warm. Dus besloten we naar het strand te gaan. En wat doe je op zo’n eerste lekkere stranddag? Bakken in de zon natuurlijk! De Fransen noemen dat bronzer idiot. De kreet is ooit begonnen als deel van een reclamecampagne van een touroperator. In de negatieve vorm wel te verstaan: ne plus bronzer idiot. Wat zoiets moest betekenen als dat de moderne toerist tijdens zijn vakantie niet meer domweg op het strand gaat liggen. Nee, hij wil wat meer, interessante uitstapjes bijvoorbeeld en een beetje cultuur.
De kreet is inmiddels volledig opgenomen in de Franse taal en ne pas bronzer idiot wordt tegenwoordig ook dankbaar gebruikt in heel andere conteksten, bijvoorbeeld om te waarschuwen tegen de gevaren van de zon. Ga niet ‘als een idioot’ in de zon liggen, maar (smeer je goed in, draag beschermende kleding, enzovoort ...).
Vandaag gold dat allemaal niet. Comme des sardines en boîte lagen we in het warme zand als idioten te genieten van de zon op onze witte winterlijven. Cultuur? Niet eens aan gedàcht …

woensdag 19 mei 2010

Pros et cons

Je kunt het zo gek niet bedenken, of het heeft wel zijn voor en zijn tegen, ook in Frankrijk. Le mauvais temps bijvoorbeeld, of l'enseignement de l'anglais à l'école élémentaire. Zelfs aan la crise économique kleven voor- en nadelen. Wat je er in een gesprek met Fransen ook over zegt, heb het nooooit over 'les pros et les cons'. Want ik verzeker je: de wenkbrauwen zullen bij je gesprekspartner ver omhoog gaan. Natuurlijk bedoel je, net als in het Engels, the pros and cons, dat wil zeggen pro tegenover contra, tweemaal Latijn zo puur als maar zijn kan. Ik heb op verschillende plaatsen al vaak gewezen op de moeilijkheid voor ons 'Bataven' om de betekenis te raden van Franse woorden met een Latijnse oorsprong. Maar in dit geval zeggen de Fransen gewoon les pours et les contres. Nou zou het allemaal het vermelden niet waard zijn, ware het niet dat les pros in het Frans 'de professionals' betekent. En les cons ...

maandag 17 mei 2010

Pour des nèfles

Ik heb een néflier gekocht. Dat is een mispelboom. In Nederland is die volgens mij zo ouderwets dat wel bijna niemand zal weten hoe zo'n boom eruit ziet. Alleen al de uitdrukking ‘zo rot als een mispel’ komt mij voor als behoorlijk uit de tijd. Maar hier in Zuid-Frankrijk heeft bijna iedereen un néflier in de tuin, zo lijkt het. De vruchten van deze boom heten des nèfles. Het bijzondere eraan is dat je ze overrijp, zeg maar bijna rot, moet eten. Dat doe je door de vruchten na het plukken (in oktober) eerst nog een paar maanden weg te leggen. Maar ze schijnen erg lekker te zijn en ook de bloemen die eraan groeien voordat de vruchten komen, ruiken naar men zegt heerlijk.
Pour des nèfles wil zeggen ‘voor (bijna) niets’. Misschien omdat dit soort vruchten vroeger niet veel kostte, in vergelijking met sinaasappelen bijvoorbeeld. Een andere naam voor nèfle is cul de chien. De grootte en vorm van de vruchtaanzet hebben inderdaad wel iets weg van een hondenkont.
Al met al geen appetijtelijk verhaal, over vruchten die je moet eten wanneer ze rot zijn en die lijken op het achterwerk van een hond. Geen wonder dat ze uit de tijd zijn geraakt. Zelfs verheven geesten als artiesten worden met mispels vergeleken. Iemand schijnt ooit gezegd te hebben: “Les artistes, c'est comme les nèfles, on les consomme quand ils sont pourris”.

donderdag 13 mei 2010

Nogmaals puériculture

Nou heb ik in mijn vorige stukje wel uitgelegd waar puéri vandaan komt, maar waarom noemen de Fransen het puériCULTURE? De verwarring ontstaat omdat het Franse culture meerdere betekenissen heeft. Om te beginnen ontwikkeling, beschaving, net als bij ons: le programme culturel, le ministre de la Culture
Maar de tweede betekenis van het woord kom je in het Frans veel vaker tegen en in het Nederlands bijna niet. La culture is namelijk ook het kweken of telen van gewassen of dieren. Zoals in de landbouw, l’agriculture. Twee typisch Franse vormen van landbouw zijn la viticulture (wijnbouw) en l'oléiculture (olijventeelt). En rijdend langs de Atlantische kust heb je vast wel eens borden gezien met l'ostreïculture, er worden mossels gekweekt. Verder is le motoculteur is een uiterst nuttig apparaat om je tuin om te ploegen. La puériculture moet je dus in deze contekst lezen: het 'opkweken' en tot ontwikkeling brengen van kinderen.
Literair geïnteresseerde lezers van dit blog kennen vast Bernard Pivot, die jarenlang op de Franse televisie te zien was met zijn culturele programma Bouillon de Culture. Deze titel is dubbelzinnig. Un bouillon de culture is namelijk een vloeistof waarin micro-organismen zich kunnen ontwikkelen. In figuurlijke zin is het een gunstig klimaat om cultuur tot ontwikkeling te brengen.
Heb je dit helemaal tot het einde uitgelezen, dan heb je toch weer wat gedaan voor je algemene ontwikkeling, in het Frans ... la culture générale.

dinsdag 11 mei 2010

La puériculture



Dit weekend werd in mijn dorp de jaarlijkse bourse à la puériculture gehouden. Wàt voor een beurs ...? Het was ook mijn eerste reactie, toen ik dit woord voor het eerst hoorde. Dat was in het ziekenhuis van Aix en Provence, na de bevalling van mijn derde kind. La puéricultrice (een typisch vrouwenberoep, er zijn heel weinig puériculteurs) kwam mij leren, hoe je een baby moest verzorgen op z’n Frans. Het was de kinderverzorgster. ‘Puer’ betekent kind in het Latijn, daar komt het woord van.
Op la bourse à la puériculture werden door en voor ouders allerlei tweedehands spullen verhandeld ter bevordering van de ontwikkeling van baby’s en peuters in de meest ruime zin. Veel kleding, maar ook speelgoed, kinderwagens, oorthermometers, potjeswarmers en andere onmisbare kinderverzorgingsproducten.
Daar heb je die Fransen weer met hun ingewikkelde woorden, denken wij Nederlanders dan. Bestaat er nou niet een simpeler en ook gezelliger woord voor zo’n beurs? In Frankrijk niet, ben ik bang. En in Nederland? Daar bestaat dit soort beurzen toch vast ook? Als het niet zo is, neem dan direct het initiatief, want ze zijn zeer nuttig en nodig! Wie kan hier iets over zeggen?

donderdag 6 mei 2010

Ademende sleutel?

In de loop der jaren heb ik in en rond mijn huis heel wat afgeklust. Dat doe je vanzelf, wanneer je je niet blauw wilt betalen aan artisans. Uitgeleerd ben je natuurlijk nooit, dus sta ik er altijd met mijn neus bovenop, wanneer er dan wel eens een deskundige aan het werk is, zoals laatst. Deze was bezig was met het in elkaar zetten van een apparaat en vroeg of ik misschien une clé haleine bij de hand had. Een wat? Hij liet zien dat het een soort schroevendraaier moest zijn waarmee je een schroef vanuit de binnenkant kon vastdraaien. O ja, zoiets had ik wel eens gezien, noemen we dat in het Nederlands niet een inbussleutel?
Une clé haleine, het woord bleef me bezighouden. In mijn Petit Robert was heel wat te vinden over haleine, mauvaise haleine (slechte adem), de longue haleine (van lange adem), maar niet wat ik zocht. Googelen dus maar. En nou komt het wonderlijke: je typt clé haleine in en vervolgens krijg je een hele lijst met hits onder de naam … clé Allen! Googelen werkt dus blijkaar ook fonetisch (althans in het Frans). Zeer nuttig voor Nederlanders zoals ikzelf, die zich interesseren voor de mysteries van de Franse taal. Ik was er weer eens ingetrapt. Allen wordt door de Fransen uitgesproken als haleine. La clé Allen blijkt een merknaam te zijn, lang geleden gedeponeerd door de Allen Manufacturing Company, in de Verenigde Staten.

Nog even iets over de inbussleutel. 'Inbus' is een acroniem, dat wil zeggen dat de eerste letters van een begrip op zichzelf weer een woord vormen. Zo is de Innensechskantschraube Bauer und Schaurte de inbusschroef geworden en de schroevendraaier die daarbij past de inbussleutel. Innensechskantschraube betekent binnenzeskantschroef. Bauer und Schaurte is het bedrijf dat in Duitsland het octrooi voor deze soort schroef heeft. Acroniemen zijn heel praktisch, zeker voor Duitsers, want die zijn meesters in het aan elkaar plakken van zelfstandige en bijvoegelijke naamwoorden, waardoor veel woorden nogal lang worden. Gib mir mal die Innensechskantschraube Bauer und Schaurte, Schatz! is toch wel wat omslachtig. Er bestaat een hele reeks komische voorbeelden van vreselijk lange Duitse woorden. Weet je bijvoorbeeld wat een wisselwachter is? Ein Bundeseisenbahnschienenknotenpunkthinundherschieber.
Nu maar even op adem komen …

zaterdag 1 mei 2010

Fête du Travail

Vandaag is het 1 mei en in Frankrijk (ook in veel andere landen) wordt la Fête du Travail gevierd, de dag van de Arbeid. Het klinkt tegenstrijdig, maar vandaag wordt er niét gewerkt! De niets vermoedende Nederlandse toerist zal flink op z'n neus kijken voor de dichte supermarkt en de lege winkelstraten. Zelfs voor een vers baguetje moet je vandaag flinke moeite doen, en dàt is in Frankrijk behoorlijk zeldzaam.
Maar de handel ligt niet helemaal stil. De verkopers van muguet doen dezer dagen flink zaken. Het gaat om het lelietje van dalen, in Frankrijk al sinds mensenheugenis porte bonheur, geluksbrenger. Ze worden aangeboden in potjes, vaasjes of als losse takjes en echt iedereen koopt ze en geeft ze aan elkaar. Dit jaar heb ik zelf voor het eerst ook aan deze traditie meegedaan én heb ik, ook voor het eerst, quelques brins de muguet gekregen ... Je bent nooit uit-geïntegreerd.
Le muguet is in Frankrijk een grotere business dan het bloemetje op Valentijnsdag. Het grapje kost nogal wat, voor trois brins, drie takjes, betaal je al snel 5 euro. Maar goed, een beetje geluk heeft nu eenmaal zijn prijs ...